Vrouwen onderling praten wel eens over hoe het moet, een moeilijk gesprek. Als je gaat solliciteren bijvoorbeeld, of als je iets wilt bewerkstellingen op je werk, of je onvrede wilt uiten. Dat ze dan zo letten op hoe ze erbij zitten. Dat ze geen boosheid of onzekerheid of cynisme willen uitstralen, maar zelfverzekerd over willen komen, rustig, als een volwaardige gesprekspartner. Ze vertellen dan ook welke bewegingen daar bij horen, en hoe je moet zitten en hoe je moet kijken. Ik kijk dan geloof ik altijd een beetje sceptisch. , , Dat doen die mannen, ook, hoor”, zeggen ze dan.
Het zal wel, dacht ik altijd. Maar als het al zo zou zijn, dan hoeven wij toch niet aan die politiek mee te doen, aan die trucjes en toneelstukjes. Ik hou er niet van, ik geloof er niet in, of wil er niet in geloven. What you see is what you get.
Gisteren kwam de nieuwe hoogste baas kennismakingsgesprekken voeren. Tegen een klein groepje vertelde hij wat over zijn eerste ervaringen. Dat hij bijvoorbeeld wel merkt dat mensen niet altijd het achterste van hun tong laten zien.
, , Je moet goed op de lichaamstaal letten”, zei hij.
Nu ben ik dubbel gewaarschuwd. En nog heb ik geen zin om uit te gaan zoeken wanneer ik precies mijn armen dan wel mijn benen over elkaar moet doen, of ik mijn haar wel goed mag doen en hoe vaak ik met mijn ogen moet knipperen.
En ondertussen maar klagen dat het nooit wat wordt met mijn carriere.
Average Rating: 4.6 out of 5 based on 259 user reviews.