woensdag, juni 26th, 2013
Er is iets heel ergs gebeurd, zegt ze.
Het is uit tussen A en B, raad ik.
Vaak zag ik A om B heen dartelen, met een trotse blik in haar ogen tegen hem praten. Tijdens een uitje van de klas zat ze bij B op schoot.
A is zeker erg verdrietig, zei ik.
Verdrietig en stil, zei mijn dochter.
Maar ik vind dat ze er beter mee omgaat dan C en D, want die maken nu de hele dag ruzie met elkaar. Ze kunnen gewoon niet meer normaal tegen elkaar doen.
Vorige week zaterdag stonden er in Volkskrant Magazine schrijnende verhalen van ogenschijnlijk normale vaders die hun kinderen niet of nauwelijks meer zien. De andere kant kennen we niet, maar ik vermoed dat daar veel woede, wrok en wraak huist.
Het zijn de verhalen van de C’s en de D’s.
Lessen in liefde, in het verlies van liefde, in vergeven, vergeten, de ander in zijn waarde laten, je eigen waardigheid niet verliezen, elkaar respecteren, niet oordelen. Ze lijken mij nuttiger dan de namen leren van oude Romeinse schepen, waar niemand het ooit nog over heeft.