Mijn moeder rookte Peter Stuyvesant en mijn vader rookte zware shag.
Ik vond roken stinken en ontzettend stom.
Soms weigerde ik uit protest de asbak af te wassen.
Mijn vrienden en vriendinnen vonden roken ook stom, dus rookten wij niet.
Voor de spiegel in mijn tijdelijke kamer keek ik of het er een beetje stoer uit zag.
Ik was 20, liep stage en besloot om te gaan roken.
Zelden werd er voor 18 uur gerookt en er gingen dagen voorbij zonder sigaret, soms een week of langer.
Vaak werden er sigaretten in de vuilnisbak gegooid, soms werden die er de volgende ochtend weer uit gevist.
Zo’n roker ben ik, en zo’n roker ben ik gebleven.
Mijn oudste dochter wil graag dat ik drie dagen achter elkaar niet ga roken.
Al twee weken rook ik niet of nauwelijks, mijn sigaretten zijn allang op.
Vanavond kocht ik een nieuw pakje, want op oudejaarsavond wil ik vast met vriendinnen roken.
Vanavond wilde ik er eentje opsteken maar toen las ik een interview met longarts Wanda de Kanter in Volkskrant Magazine: , , Elke dag dat je na je veertigste doorrookt kost je drie maanden van je leven”.
En mijn kinderen hebben al niet eens een jonge moeder.
Dit verhaal kan heel lang worden, maar het kan net zo goed kort blijven.
Want dat pakje gaat natuurlijk gewoon op, ik rook immers maar heel weinig.
Average Rating: 4.4 out of 5 based on 244 user reviews.